VPB: Reclameconcessies en brandstofvulpunten

In dit nieuwsbericht informeren wij u over de uitspraak van Gerechtshof Den Haag van 24 november 2023, nr. BK-22/01-17 inzake reclamenconcessies en brandstofvulpunten.

Onderstaand treft u enkele belangrijke punten uit de uitspraak aan. 

Uitgangspunten

De gemeente X verstrekt tegen vergoeding reclameconcessies. De gemeente X verhuurt ook percelen grond waarop brandstofverkooppunten mogen worden geëxploiteerd. De huurder betaalt een vaste huur per vierkante meter en een variabele huur die is gekoppeld aan verkochte liters brandstof. In 2016 werden 40 brandstofverkooppunten verhuurd. De opbrengst bedroeg € 3.772.644.

Reclameconcessies

Volgens de belastinginspecteur moet de gemeente X vennootschapsbelasting betalen over de gerealiseerde financiële overschotten c.q. de belastbare winst inzake reclameactiviteiten en de activiteiten met betrekking tot brandstofverkooppunten. Rechtbank Den Haag bevestigde het standpunt van de Belastingdienst. De gemeente X ging in hoger beroep bij het Gerechtshof Den Haag.

Het Gerechtshof Den Haag oordeelt in zijn uitspraak van 24 november 2023 nr. 22/01017 dat het gerealiseerde financiële overschot inzake de reclameactiviteiten is belast met vennootschapsbelasting. Volgens het Gerechtshof is geen sprake van normaal vermogensbeheer in de vorm van het ter beschikking stellen van onroerende zaken. De gemeente X verleende aan reclame-exploitanten tegen betaling een exclusief recht om in de buitenruimte reclame te maken. Volgens het Gerechtshof is het verlenen van een exploitatierecht naar zijn aard iets anders dan het verhuren van onroerende zaken. De reclameactiviteiten zijn zodanig georganiseerd dat sprake is van een relatief vaste structuur die met eigen personeel, toe te rekenen arbeid en bedrijfsmiddelen een duurzame organisatie van arbeid en kapitaal vormt. De gemeente X realiseerde met de reclameactiviteiten in 2016 en volgende jaren aanzienlijke overschotten zodat een winstoogmerk aannemelijk is.

Brandstofvulpunten

Het Gerechtshof oordeelt vervolgens dat (ook) de veiling en de verhuur van brandstofverkooppunten één activiteit is. Volgens het Gerechtshof omvatten de werkzaamheden van de gemeente X met betrekking tot de brandstofverkooppunten méér handelingen dan normaal vermogensbeheer. Met de werkzaamheden beoogt de gemeente volgens het Gerechtshof het behalen van financiële voordelen die de bij normaal vermogensbeheer opkomende rendementen te boven gaan. De financiële overschotten van de gemeente X met betrekking tot de brandstofverkooppunten zijn volgens het Gerechtshof belast met vennootschapsbelasting.

Compromis/kosten

De Belastingdienst en de gemeente X zijn op de zitting bij wijze van compromis overeengekomen dat bij het bepalen van de fiscale winst indirecte kosten in aanmerking mochten worden genomen ter grootte van 30% van de opbrengsten van de reclameactiviteiten en € 750.000 voor wat betreft de brandstofverkooppuntactiviteiten.

Documenten en publicaties

• Uitspraak Gerechtshof Den Haag d.d. 24 november 2023, nr. BK-22/01017. Klik hier

Dit bericht is opgesteld door de redactie van Taxnavigator/eindredactie mr. dr. J.J.P. (Joep) Swinkels. Voor meer informatie: info@taxnavigator.nl. © Copyright Taxnavigator BV/Nestor Business Media BV/Nestor Media Groep. Ter zake van onze fiscale dienstverlening en berichtgeving gelden algemene voorwaarden en hetgeen wordt vermeld in de colofon.

Deel dit bericht: