Nieuws

LB

Geplaatst: 11 november 2024
Kenmerk: 2024.54216

LB

In dit themabericht informeren wij u over de gevolgen van schijnzelfstandigheid voor het recht op een uitkering en pensioen.

Schijnzelfstandigheid heeft niet alleen gevolgen als het gaat om pensioenaanspraak. Ook voor de sociale zekerheid is de juiste kwalificatie van de arbeidsrelatie van belang. Zo valt een werkende onder het toepassingsbereik van de werknemersverzekeringen, wanneer er sprake is van een arbeidsovereenkomst. Ook wanneer de werkende een schijnzelfstandige betreft, en er dus geen premie is afgedragen. Dit betekent dat de werkende altijd verzekerd is voor de Werkloosheidswet (WW), Ziektewet (ZW), Arbeidsongeschiktheid (WIA) en zwangerschaps- of bevallingsverlof (Wazo) als er sprake is, of had moeten zijn, van een arbeidsovereenkomst.

In dat geval betekent dit dat de werkgever alsnog premies werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet verschuldigd is. Daarnaast moet de werkgever de werknemer opnemen in de loonadministratie en voldoen aan de administratieve verplichtingen die daarbij horen. De werkgever dient loonbelasting, premie volksverzekeringen, premie werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (gezamenlijk loonheffingen geheten) in te houden over het loon en via een aangifte loonheffingen af te dragen aan de Belastingdienst.

In grote lijnen geldt hiervoor dus hetzelfde als voor de pensioenfondsen. Alleen is het principe ‘geen premie, wel recht’ in de sociale zekerheid anders verankerd. Een naheffing voor de premies werknemersverzekeringen kan via loonheffingen hooguit met vijf jaar terugwerkende kracht worden opgelegd aan werkgevers. 

Zoals op pagina 3 reeds toegelicht zijn de mogelijkheden hiervan beperkt door het handhavingsmoratorium, maar wordt een naheffing vanaf 1 januari 2025 weer mogelijk met terugwerkende kracht tot 1 januari 2025. Als de werkgever geen premies afdraagt, heeft afgedragen of als de dienstbetrekking al is geëindigd, dan heeft dat geen nadelige gevolgen voor het recht op een uitkering. Een zelfstandige die van mening is dat er sprake was van een dienstverband kan, als de termijn daarvoor nog niet verstreken is een WIA- of WW-uitkering aanvragen. UWV neemt die aanvraag dan in behandeling en zal, als daar aanwijzingen voor zijn beoordelen of er toch sprake was van een dienstbetrekking.