Nieuws

BTW: Fundering is volgens HvJ EU een btw-bouwterrein
In dit nieuwsbericht informeren wij u over het arrest van het Hof van Justitie van 7 november 2024 in zaak C-594/23 (Lomoco Development ApS, Holm Invest Aalborg A/S, I/S Nordre Strandvej Sæby en Strandkanten Sæby ApS) inzake het begrip bouwterrein.
In zijn arrest van 7 november 2024 in zaak C-549/23 (Lomoco Development) heeft het Hof van Justitie geoordeeld dat percelen grond waarop nieuwe funderingen aanwezig zijn kwalificeren als onbebouwde grond die is bestemd om te worden bebouwd en daarmee kwalificeert als btw-bouwterrein. Volgens het Hof van Justitie kwalificeert een terrein met funderingen niet als bebouwde grond. Een fundering is geen gebouw.
Uitgangspunt
De levering van een onroerende zaak in Nederland door een btw-ondernemer is in beginsel vrijgesteld van de heffing van btw met uitzondering van btw-bouwterreinen en nieuwe (ongebruikte) onroerende bouwwerken. In de Nederlandse btw-praktijk is snel sprake van een bouwwerk. Het arrest van het Hof van Justitie van 7 november 2024 in zaak C-594/23 (Lomoco Development ApS) kan hier verandering inbrengen.
In het arrest speelde het volgende. Een btw-ondernemer levert 16 percelen grond (inbreng) aan een besloten vennootschap die de percelen grond doorverkoopt en levert aan particulieren. Volgens de verkoper is de levering van de 16 percelen grond op basis van de Deense btw-regelgeving zoals die gold op het moment van levering niet belast met Deense btw omdat op de percelen een fundering is gerealiseerd. De Deense Belastingdienst nam het standpunt in dat de percelen voor de heffing van Deense btw kwalificeren als een btw-bouwterrein. Het Hof van Justitie oordeelt dat de percelen grond kwalificeren als een btw-bouwterrein. Funderingen voor woongebouwen kunnen volgens het Hof van Justitie niet worden aangemerkt als „gebouw” of „gedeelte van een gebouw” in de zin van artikel 12, lid 1, onder a), van de btw-richtlijn. Een fundering is een onderdeel van een gebouw maar geen gedeelte van een gebouw in de zin van de btw-richtlijn. Een gedeelte van een gebouw is een deel van het complete gebouw.
Gemeentelijke praktijk
Het arrest kan (op termijn) belangrijke fiscale en financiële gevolgen hebben voor de gemeentelijke praktijk in het geval grond met een fundering en/of delen van een oud gebouw worden verkocht en geleverd. Uit het arrest zou kunnen worden afgeleid dat de levering van van grond met een fundering en/of restanten van een oud bouwwerk kwalificeert als de levering van btw-bouwgrond c.q. een btw-bouwterrein.
Gemeenten hebben vaak gebouwen die geen functie meer hebben zoals een schoolgebouw, een sporthal, een gymnastiekzaal of een multifunctionele accommodatie. De gemeente laat het gebouw slopen tot aan de begane grond vloer. De gemeente kan het terrein met de begane grond vloer leveren. De levering is op dit moment niet belast met btw en de verkrijging is belast met overdrachtsbelasting. De gemeente kan op verzoek van de koper ook de fundering met de begane grondvloer verwijderen en het terrein als btw-bouwterrein verkopen en leveren. De levering is dan belast met btw en de verkrijging is vrijgesteld van de heffing van overdrachtsbelasting op grond van de samenloopvrijstelling overdrachtsbelasting.
Mogelijk is vanwege het arrest sneller sprake van een btw-bouwterrein en zou ook een terrein met een gedeelte van een gebouw kunnen kwalificeren als een btw-bouwterrein. De Belastingdienst is overigens nog steeds gebonden aan het standpunt dat een half gesloopt gebouw nog steeds een gebouw is. Wij verwijzen naar onderdeel 4.4.2 Onbebouwde grond van het Besluit 'Omzetbelasting. Onroerende zaken (Besluit onroerende zaken omzetbelasting), 12 december 2023, nr. 2023-26908, waar wordt vermeld: 'De volledige sloop van een gebouw leidt tot onbebouwde grond. Grond waarop of waarin zich een gedeeltelijk gesloopt gebouw bevindt, vormt voor de btw-heffing in beginsel nog steeds bebouwde grond. Van onbebouwde grond is wel sprake bij een perceel grond waarin zich alleen nog oude heipalen bevinden die in de grond blijven zitten en die geen functie meer vervullen voor een nieuw te realiseren opstal'. De Staatssecretaris kan vanwege het arrest van het Hof van Justitie zijn standpunt bijstellen.
Documenten en publicaties
- Arrest Hof van Justitie in zaak C-594/23 (Lomoco Development ApS. Klik hier
- Verzoek om prejudiciële beslissing/achtergrond casus. Klik hier
- Rapport/verwijzingszaak. Klik hier
Dit bericht is opgesteld door de redactie van Taxnavigator/eindredactie mr. dr. J.J.P. (Joep) Swinkels. Voor meer informatie: info@taxnavigator.nl.© Copyright Taxnavigator BV/Nestor Business Media BV/Nestor Media Groep. Ter zake van onze fiscale dienstverlening en berichtgeving gelden algemene voorwaarden en hetgeen wordt vermeld in de colofon.
Deel dit bericht:
Inloggen
Wilt u meer informatie over de kennisbank? Mail dan naar: info@taxnavigator.nl.
Inschrijven nieuwsbrief
Schrijf u in voor de nieuwsbrief