BTW: BCF: Correctie Stichting Afvalfonds Verpakkingen: Uitspraak Rechtbank Zeeland-West-Brabant

In dit nieuwsbericht informeren wij u over de uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant van 6 juni 2024, nrs. BRE 22/4923 t/m BRE 22/4926 en de nummers BRE 22/4952 t/m BRE 22/4956. Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt Belastingdienst in het gelijk inzake fiscale aspecten financiële bijdrage Stichting Afvalfonds Verpakkingen.

Feiten en achtergrond

Deze procedure betreft de correcties die de gemeenten hebben moeten doorvoeren in verband met de vergoeding die van Stichting Afvalfonds Verpakkingen wordt ontvangen. De gemeenten moesten met terugwerkende kracht btw voldoen aan de Belastingdienst. Deze btw werd door de gemeente aan Stichting Afvalfonds Verpakkingen nagefactureerd en door Stichting Afvalfonds Verpakkingen in aftrek genomen op de btw-aangifte. Daarnaast moesten de gemeenten btw op kosten die was gecompenseerd bij het BTW-compensatiefonds met belastingrente terugbetalen aan de Belastingdienst. De btw die via de Belastingdienst aan het BTW-compensatiefonds is terugbetaald werd door de Belastingdienst vervolgens weer zonder belastingrente via de btw-aangifte aan de gemeente terugbetaald. Door de correcties ontstonden voor de gemeente per saldo alleen kosten van belastingrente. Een aantal belastingadvieskantoren bestrijdt met verschillende argumenten de correcties en daarmee de verschuldigdheid van belastingrente.

Uitspraak Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt in zijn uitspraak van 6 juni 2024 dat de gemeente handelt als btw-ondernemer en een met btw belaste prestatie verricht. De gemeente handelt niet als overheid omdat de gemeente in het tijdvak 2016 tot en met 2019 geen wettelijke plicht heeft om PMD gescheiden in te zamelen. De btw-verleggingsregel is volgens de rechtbank niet van toepassing. Het in rekening brengen van belastingrente is volgens de rechtbank niet onzorgvuldig.

Gemeentelijke praktijk

Bericht voor abonnees Taxnavigator. Klik hier

Documenten en publicaties

• Uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant van 6 juni 2024, nrs. BRE 22/4923 t/m BRE 22/4926 en de nummers BRE 22/4952 t/m BRE 22/4956. Klik hier

Deel dit bericht: