Nieuws

Vpb: Vennootschapsbelasting en belastingrente

Geplaatst: 08 februari 2023
Kenmerk: 2023.48717

Vpb: Vennootschapsbelasting en belastingrente

In dit nieuwsbericht informeren wij u over de verschuldigdheid van belastingrente inzake vennootschapsbelasting en de mogelijkheid om de verschuldigdheid van belastingrente weg te nemen. In dit nieuwsbericht treft u een overzicht aan van de belangrijkste aandachtspunten voor gemeenten.

Uitgangspunten

Het jaar 2022 is verstreken en de verschuldigde vennootschapsbelasting over het jaar 2022 moet met de Belastingdienst worden afgerekend. Voor gemeenten speelt daarbij een extra aandachtspunt vanwege de lopende procedures over reclameconcessies en de exploitatie van benzinestations. 

De belastingrente die ter zake van de verschuldigde vennootschapsbelasting moet worden betaald is gekoppeld aan de wettelijke rente voor handelstransacties. Deze belastingrente is 8%. Het belastingrentepercentage voor de vennootschapsbelasting is via het Besluit 'belasting- en invorderingsrente' gekoppeld aan de wettelijke rente voor handelstransacties. Deze rente is met ingang van 1 januari 2023 verhoogd naar 10,5%. De belastingrente voor de vennootschapsbelasting volgt deze stijging per 1 maart 2023.

Belastingrente wordt zes maanden na het einde van het belastingjaar berekend. Voor gemeenten betekent dit dat vanaf 1 juli 2023 belastingrente wordt geheven ter zake van de vennootschapsbelasting die met betrekking tot 2022 is verschuldigd en op dat moment nog niet aan de Belastingdienst is betaald met een voorlopige aanslag vennootschapsbelasting. 

Belastingdienst beschikte over bedrag aan belasting

De Hoge Raad oordeelt in zijn arrest van 18 november 2022, nr. 21/00170 dat geen belastingrente mag worden berekend over de periode waarin de Belastingdienst vanwege de betaling van een eerdere voorlopige aanslag al beschikte over het te betalen belastingbedrag. De zaak gaat, kort gezegd, over de situatie dat een belastingplichtige eerst een bedrag aan belasting op een voorlopige aanslag heeft betaald en een deel van dat bedrag op een later tijdstip weer via een tweede voorlopige aanslag – die in een teruggaaf resulteerde – heeft terugontvangen. Echter, bij een derde voorlopige aanslag blijkt die belastingplichtige toch nog te moeten bijbetalen. Over het bij te betalen bedrag van die derde voorlopige aanslag werd belastingrente berekend. Die belastingrente werd ook berekend over een deel van de periode tussen de eerste voorlopige aanslag en de voorlopige teruggaaf, terwijl de Belastingdienst in die periode al over het bedrag aan belasting beschikte dat uiteindelijk nog op de derde voorlopige aanslag moest worden bijbetaald. Zie in dit verband ook het arrest van de Hoge Raad van 27 januari 2023, nr. 20/03178.

De verschuldigde belastingrente wordt niet verminderd als de aanslag al aan het begin van de betaaltermijn is betaald.

Gemeentelijke praktijk

Om de verschuldigdheid van belastingrente met betrekking tot 2022 en eerdere jaren te beperken moeten gemeenten:

  1. Gemeenten moeten verzoeken om een voorlopige aanslag vennootschapsbelasting als nog geen voorlopige aanslag vennootschapsbelasting is opgelegd en de gemeente ter zake van 2022 wel vennootschapsbelasting is verschuldigd;
  2. Gemeenten moeten bekijken of voldoende vennootschapsbelasting is betaald als een voorlopige aanslag vennootschapsbelasting is ontvangen. Als blijkt dat via de voorlopige aanslag vennootschapsbelasting te weinig vennootschapsbelasting is betaald dan moet de gemeente verzoeken om een aanvullende voorlopige aanslag vennootschapsbelasting;
  3. Ook voor eerdere jaren dan 2022 is het van belang om te verzoeken om een aanvullende voorlopige aanslag vennootschapsbelasting als nog geen definitieve aanslag is opgelegd en het aannemelijk lijkt dat te weinig vennootschapsbelasting met betrekking tot het verstreken jaar is betaald.

Wordt via de voorlopige aanslag vennootschapsbelasting te veel vennootschapsbelasting betaald dan wordt deze bij het opleggen van een definitieve aanslag terugbetaald.

Voor gemeenten speelt nog een aandachtspunt. Op dit moment wordt geprocedeerd over de vraag of gemeenten vennootschapsbelasting zijn verschuldigd ter zake van de financiële overschotten die worden gerealiseerd met de exploitatie van reclameconcessies en brandstofvulpunten c.q. benzinestations. Mocht de belastingrechter deze procedures in het voordeel van de Belastingdienst beslechten dan kan de Belastingdienst verschuldigde belasting met 8% belastingrente navorderen. De omvang van de verschuldigde belastingrente kan met een rentepercentage van 8% hard oplopen.  Gemeenten kunnen mogelijk verschuldigde belastingrente wegnemen door de Belastingdienst te vragen om voorlopige aanslagen vennootschapsbelasting uit te reiken. Verliest de Belastingdienst de procedures dan worden de bedragen teruggestort bij het opmaken van de definitieve aanslagen. Het is van belang om met de Belastingdienst goede afspraken te maken inzake het aanhouden van de definitieve aanslagen vennootschapsbelasting en deze afspraken schriftelijk vast te leggen. 

Aanvragen of wijzigingen voorlopige aanslag vennootschapsbelasting 2022

Voor aanvragen via formulier Belastingdienst. Klik hier

U kunt ook een formulier invullen op Mijn Belastingdienst Zakelijk (eHerkenning) of uw belastingadviseur inschakelen.  

Documenten en publicaties 

  • Bericht Belastingdienst inzake belastingrente vennootschapsbelasting. Klik hier 
  • Besluit van 17 juni 2020, houdende vaststelling van het Besluit belasting- en invorderingsrente. Klik hier

Dit bericht is opgesteld door de redactie van Taxnavigator/eindredactie mr. dr. J.J.P. (Joep) Swinkels. Voor meer informatie: info@taxnavigator.nl. © Copyright Taxnavigator BV/Nestor Business Media BV/Nestor Media Groep. Ter zake van onze fiscale dienstverlening en berichtgeving gelden algemene voorwaarden en hetgeen wordt vermeld in de colofon.