Vpb: LB: BTW: Geen wettelijke grondslag eHerkenning zodat naheffing en boete moeten worden geschrapt.

In dit nieuwsbericht informeren wij u over de uitspraak van Rechtbank Gelderland waarin de rechtbank oordeelt dat eHerkenning op dit moment een wettelijke grondslag mist.

Uitspraak Rechtbank

In zijn uitspraak van 15 februari 2022, nr. AWB 21/1426, oordeelt Rechtbank Gelderland dat eHerkenning op dit moment een wettelijke grondslag mist.

Een besloten vennootschap deed voor de maand maart 2020 geen aangifte loonheffing terwijl ter zake wel een wettelijke verplichting bestond. Vanaf 1 januari 2020 is het namelijk alleen mogelijk om aangifte loonheffing te doen met eHerkenning. Deze software kan slechts tegen betaling bij een commerciële partij worden aangeschaft. De besloten vennootschap weigerde eHerkenning aan te schaffen. Omdat de Belastingdienst geen aangifte loonheffing van de vennootschap heeft ontvangen is een naheffingsaanslag loonheffingen opgelegd. Rechtbank Gelderland oordeelt dat de Belastingdienst deze naheffingsaanslag niet had mogen opleggen omdat geen wettelijke basis bestaat om de belastingplichtige te verplichten eHerkenning aan te schaffen.

Met partijen is de rechtbank van oordeel dat artikel 2:16 van de AWR wel een wettelijke basis zou kunnen bieden voor het verplicht stellen van eHerkenning. Het tweede lid van dit artikel biedt hiervoor immers de mogelijkheid, mits dit bij wettelijk voorschrift wordt voorgeschreven. Nu dit wettelijk voorschrift, te weten de Wet digitale overheid, nog niet in werking is getreden en de Regeling van de Staatssecretaris van Financiën van 2 maart 2020 geen wet is, kan artikel 2:16 van de AWR verweerder geen rechtsgrond bieden voor het verplichten van eiseres tot het aanschaffen van eHerkenning bij een commerciële partij om aan haar aangifteplicht te voldoen.

Persbericht Rechtspraak.nl

Rechtspraak.nl heeft aan deze uitspraak een speciaal nieuwsbericht opgesteld: Klik hier

Gemeentelijke praktijk

Als de Belastingdienst met betrekking tot de Vennootschapsbelasting navorderingsaanslagen en terzake van de Loonbelasting en BTW naheffingsaanslagen oplegt is deze procedure van belang als aangifte moest worden gedaan via eHerkenning. Bij iedere bezwaar- en beroepsprocedure moet worden bekeken of deze procedure van belang kan zijn.

Vervolg

Staatssecretaris van Financiën heeft geen hoger beroep ingesteld. Inmiddels heeft de staatssecretaris geconcludeerd dat de inhoudingsplichtige geen loonheffing verschuldigd was. De rechtbank heeft daarom een juiste beslissing genomen volgens de staatssecretaris. Volgens de staatssecretaris is voor het gebruik van
eHerkenning bij de Belastingdienst wél een toereikende wettelijke basis op grond van artikel 2:15 Awb en specifiek voor het fiscale domein in artikel 3a AWR en de
Regeling elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst.

Documenten en publicaties

• Uitspraak Rechtbank Gelderland d.d. 15 februari 2022, nr. AWB 21/1426. Klik hier
• Beantwoording van Kamervragen over het gebruik van eHerkenning bij de Belastingdienst, 10 februari 2020, 2020-0000066426. Klik hier
• Aanbiedingsbrief Kamervragen eHerkenning d.d. 16 maart 2022, nr. 2022-0000087078. Klik hier
• Antwoorden op Kamervragen inzake eHerkenning, nr. 2022Z03224. Klik hier

Dit bericht is opgesteld door de redactie van Taxnavigator/eindredactie mr. dr. J.J.P. (Joep) Swinkels. Voor meer informatie: info@taxnavigator.nl. © Copyright Taxnavigator BV/Nestor Business Media BV/Nestor Media Groep. Ter zake van onze fiscale dienstverlening en berichtgeving gelden algemene voorwaarden en hetgeen wordt vermeld in de colofon.

Deel dit bericht: