Nieuws

SPUK: SPUK-Sport/bewegingsonderwijs voor voortgezet onderwijs

Geplaatst: 02 maart 2022
Kenmerk: 2022.48375

SPUK: SPUK-Sport/bewegingsonderwijs voor voortgezet onderwijs

In dit nieuwsbericht informeren wij u over de uitspraak van rechtbank Midden-Nederland van 3 februari 2022, nr. UTR 21/2243, inzake het recht op een SPUK-Sport voor gemeenten voor het geven van de gelegenheid tot het verzorgen van bewegingsonderwijs aan scholen die voortgezet onderwijs verzorgen. Rechtbank Midden Nederland oordeelt dat de gemeente Woerden geen recht heeft op een financiële bijdrage in het kader van de SPUK-Sport voor activiteiten in het kader van bewegingsonderwijs voor het voortgezet onderwijs.

De rechtbank oordeelt dat de kosten voor bewegingsonderwijs niet onder de SPUK-Sport voor gemeenten vallen.

Volgens de rechtbank is de SPUK-Sport voor gemeenten een op zichzelf staande regeling met een eigen reikwijdte en met eigen regels. Het Ministerie van VWS heeft daarbij volgens de rechtbank de uitdrukkelijke keuze gemaakt om bewegingsonderwijs voor VO-scholen niet onder de SPUK-Sport voor gemeenten te laten vallen. Dat de gemeente voordat de btw-sportvrijstelling van toepassing werd een fiscaal voordeel genoot voor activiteiten in verband met bewegingsonderwijs voor VO-scholen, maakt volgens de rechtbank niet dat de SPUK-Sport voor gemeenten ook voor het verlies van dit fiscale voordeel een compensatie biedt. De SPUK-Sport voor gemeenten is weliswaar opgesteld om gemeenten enige tijd tegemoet te komen in het fiscale c.q. financiële nadeel dat zij ondervinden als gevolg van de btw-sportvrijstelling, maar daarmee is niet gezegd dat ook al het fiscale nadeel dat zij ondervinden één op één gecompenseerd zou moeten worden door de SPUK-Sport voor gemeenten. Volgens het Ministerie van VWS is bewegingsonderwijs namelijk geen sport zoals bedoeld in artikel 1 van de SPUK-Sport voor gemeenten.

Bij het aanvraagformulier heeft het Ministerie van VWS duidelijk gemaakt dat de aanvraag niet kan gaan over kosten voor bewegingsonderwijs en ook uit het Belastingplan 2019 blijkt dat de wetgever bewegingsonderwijs niet ziet als sport, maar als onderwijs.

De gemeente wijst er verder op dat het Ministerie van VWS aanvankelijk op de overheidswebsite voor subsidies een onderscheid maakte tussen kosten voor VO-scholen en kosten voor scholen voor primair onderwijs (PO-scholen), wat aansluit bij het fiscale verschil dat daarvoor ook al bestond tussen die twee. Voor PO-scholen was geen sprake van een fiscaal voordeel, voor VO-scholen wel en dat zou volgens de gemeente door de SPUK-Sport voor gemeenten bij het wegvallen van dat voordeel moeten worden gecompenseerd. Ook uit deze uitleg op de overheidswebsite leidt de rechtbank niet af dat het de bedoeling van het Ministerie van VWS is geweest om bewegingsonderwijs voor VO-scholen aan te merken als sport in de zin van de SPUK-Sport voor gemeenten. In de regeling staat immers nergens dat de kosten voor bewegingsonderwijs voor VO-scholen voor een uitkering in aanmerking komen. Ook vindt de rechtbank niet van belang dat andere door de gemeente genoemde bronnen bewegingsonderwijs wél aanmerken als sport. Het gaat erom wat het Ministerie van VWS als opsteller van de SPUK-Sport voor gemeenten voor ogen heeft gestaan en daaruit blijkt zonder meer dat bewegingsonderwijs geen sport als bedoeld in artikel 1 van de SPUK-Sport voor gemeenten is. Daarmee valt het gelegenheid geven voor bewegingsonderwijs dus ook niet onder artikel 2 van de SPUK-Sport voor gemeenten en bestaat volgens de rechtbank in zoverre geen recht op een uitkering.

Voor zover de gemeente aanvoert dat de SPUK-Sport voor gemeenten wel had moeten voorzien in de mogelijkheid om ook een uitkering voor bewegingsonderwijs voor VO-scholen te ontvangen, geeft de rechtbank de gemeente daarin geen gelijk. De gemeente stelt dat uit de totstandkoming van de SPUK-Sport regeling blijkt dat het de bedoeling van de wetgever is geweest om een budgetneutrale regeling te realiseren, waarmee het fiscale c.q. financiële nadeel voor gemeenten geheel zou worden gecompenseerd. Dit ziet de rechtbank echter niet. Weliswaar is het bedrag dat gemeenten fiscaal misliepen gebruikt als uitgangspunt voor het budget voor de SPUK-Sport voor gemeenten, maar daaruit volgt niet dat een toezegging is gedaan dat álle voor de sportvrijstelling fiscaal misgelopen gelden ook gedekt zouden worden door de SPUK-Sport voor gemeenten. De gemeente heeft zo’n concrete toezegging niet kunnen aanwijzen. De manier waarop de SPUK-Sport voor gemeenten is opgesteld, een uitkeringsregeling met een uitkeringsplafond, wijst er verder ook niet op dat sprake zou zijn van een één op één relatie tussen het door de sportvrijstelling weggevallen fiscale voordeel en de vergoeding uit de SPUK-Sport voor gemeenten.

Documenten en publicaties

  • Uitspraak rechtbank Midden-Nederland d.d. 3 februari 2022, nr. UTR 21/2243. Klik hier

Dit bericht is opgesteld door de redactie van Taxnavigator/eindredactie mr. dr. J.J.P. (Joep) Swinkels. Voor meer informatie: info@taxnavigator.nl. © Copyright Taxnavigator BV/Nestor Business Media BV/Nestor Media Groep. Ter zake van onze fiscale dienstverlening en berichtgeving gelden algemene voorwaarden en hetgeen wordt vermeld in de colofon.