Nieuws
BTW: BTW-besparend schoolmodel
In dit nieuwsbericht informeren wij u over een uitspraak van de Hoge Raad. De Hoge Raad oordeelt dat een uitspraak over een btw-besparend schoolmodel opnieuw moet worden beoordeeld door het Gerechtshof Amsterdam.
1. Feiten
De voormalige gemeente Strijen (hierna ook: de gemeente) heeft een Brede School laten bouwen. De Brede School gaat twee basisscholen, een peuterspeelzaal en een kinderdagverblijf huisvesten. De kosten van de Brede School bedragen € 5.274.440 inclusief omzetbelasting. De gemeente heeft de Brede School verkocht en geleverd aan de woningstichting voor € 550.000 exclusief € 104.500. De gemeente heeft de gefactureerde btw van € 104.500 aan de Belastingdienst voldaan.
2. Fiscale uitwerking
De aannemer heeft de gemeente geen btw gefactureerd. De aannemer heeft aangenomen dat de btw-verleggingsregel van toepassing is. De aannemer factureert geen btw, de gemeente voldoet zelf de verschuldigde btw op de aangifte. De gemeente neemt aan dat de gemeente de Brede School als btw-ondernemer aan de woningstichting verkoopt en levert. De gemeente kan de verschuldigde btw die via de btw-verleggingsregel is voldaan op de btw-aangifte in aftrek nemen. Andere ondernemers hebben de gemeente een bedrag van € 87.156 aan btw gefactureerd in verband met de bouw van de Brede School. De gemeente heeft deze btw in aftrek genomen op de btw-aangifte. De gemeente verkoopt en levert de Brede School immers als btw-ondernemer. De Belastingdienst bestrijdt het model. De Belastingdienst heft de in aftrek genomen btw groot € 87.156 en de verlegde btw na. In totaal wordt € 626.274 aan btw nageheven.
3. BTW-verleggingsregel
De Belastingdienst neemt het standpunt in dat de aannemer ten onrechte geen btw heeft gefactureerd. De Belastingdienst heft de btw bij de aannemer na. De aannemer gaat in beroep bij Rechtbank Den Haag die in zijn uitspraak van 16 maart 2016 oordeelt dat de aannemer ten onrechte de btw-verleggingsregel heeft toegepast. De aannemer stuurt op 29 maart 2016 alsnog een factuur met naar de gemeente. De gemeente verzoekt om teruggaaf van btw die de aannemer in rekening heeft gebracht.
4. Oordeel Rechtbank Den Haag
De gemeente heeft de Brede School onder bezwarende titel verkocht en geleverd. De rechtbank verwijst naar het arrest van het Hof van Justitie in de zaak van de gemeente Borsele. Met een verwijzing naar het arrest Borsele oordeelt de rechtbank vervolgens dat de gemeente ter zake van de verkoop en levering van het schoolgebouw niet heeft gehandeld als een btw-ondernemer. De gemeente is niet actief geweest op een markt. De gemeente heeft geen koper gezocht. De gemeente is niet te vergelijken met een btw-ondernemer waarbij ook van belang is dat de gemeente ter zake van de huisvesting van de scholen een huisvestingsverplichting heeft. Het oordeel van de Hoge Raad in de zaak van de gemeente Woerden heeft geen betekenis volgens de rechtbank.
De gemeente krijgt geen teruggaaf van de btw die de aannemer alsnog in rekening heeft gebracht. De naheffingsaanslag omzetbelasting kan vervallen zover die betrekking heeft op de verlegde btw. Het bedrag van € 87.156 is terecht nageheven. De gemeente krijgt teruggaaf van de btw die aan de woningstichting in rekening is gebracht.
Voor raadplegen uitspraak rechtbank Den Haag d.d. 10 november 2017 nrs. 16/3460 en 16/7877 OB. Klik hier
5. Oordeel Gerechtshof Den Haag
Het Gerechtshof verwijst in zijn uitspraak van 5 maart 2019, nr. BK-17/00951, naar de arresten van de Hoge Raad van 19 oktober 2018 in de zaken van de gemeente Brielle, Barendrecht en Zwijndrecht. De gemeente heeft volgens het Gerechtshof een lage vergoeding bedongen om een belastingbesparing te realiseren. De vergoeding voor het schoolgebouw vergoedt volgens het Gerechtshof slechts ten dele de levering van het schoolgebouw en is niet de werkelijke tegenwaarde voor het schoolgebouw. Tussen de levering van het schoolgebouw en de bedongen vergoeding bestaat geen rechtstreeks verband omdat de omvang van de vergoeding met name is ingegeven om een belastingbesparing te realiseren. De gemeente verliest de procedure.
Voor raadplegen uitspraak Gerechtshof Den Haag d.d. 5 maart 2019, nr. 17/00951. Klik hier
6. Uitspraak Hoge Raad
De Hoge Raad casseert de uitsprak van het Gerechtshof Den Haag. Het oordeel van het Gerechtshof Den Haag bevat volgens de Hoge Raad een motiveringsgebrek. Het feit dat de hoogte van de vergoeding (mede) is bepaald door een belastingvoordeel is niet een factor die afdoet aan het rechtstreekse verband. Het feit dat de hoogte van de vergoeding vanwege een belastingvoordeel is beperkt heeft volgens de Hoge Raad niet tot gevolg dat geen rechtstreeks verband aanwezig is. Het Gerechtshof Amsterdam moet de zaak verder in behandeling nemen en een oordeel geven.
Voor raadplegen arrest Hoge Raad d.d. 10 september 2021. Klik hier
Dit bericht is opgesteld door de redactie van Taxnavigator/eindredactie mr. dr. J.J.P. (Joep) Swinkels. Voor meer informatie: info@taxnavigator.nl. © Copyright Taxnavigator BV/Nestor Business Media BV/Nestor Media Groep. Ter zake van onze fiscale dienstverlening en berichtgeving gelden algemene voorwaarden en hetgeen wordt vermeld in de colofon.
Deel dit bericht:
Inloggen
Wilt u meer informatie over de kennisbank? Mail dan naar: info@taxnavigator.nl.
Inschrijven nieuwsbrief
Schrijf u in voor de nieuwsbrief