Nieuws

Reclameconcessie-activiteiten: voorsorteren op een goede procespositie

Geplaatst: 15 juni 2020
Kenmerk: 2020.27599

Reclameconcessie-activiteiten: voorsorteren op een goede procespositie

Reclameconcessie-activiteiten: voorsorteren op een goede procespositie

Dit artikel is geschreven door prof. dr. A.O. Lubbers, e-mail: lubbers@lubbersboerdouma.com, telefoon: 06-34834257

De discussie tussen de Belastingdienst en gemeenten over – kort gezegd – de belastbaarheid van inkomsten uit reclameconcessie-activiteiten zal vermoedelijk door de belastingrechter moeten worden beslecht. Gemeenten die – al dan niet via een proefprocedure – zullen gaan procederen over de vraag of sprake is van belastingplicht en zo ja, welke bedragen in de heffing van vennootschapsbelasting kunnen worden betrokken, doen er verstandig aan na te gaan of zij maximaal staan voorgesorteerd op een goede afloop. Dat voorsorteren betekent dat goed moet worden nagedacht over de gelaagdheid van standpunten die kunnen worden ingenomen.

Het primaire standpunt zal zijn ‘geen belastingplicht, want geen onderneming’. Subsidiair zal een beroep op de overheidstakenvrijstelling moeten worden gedaan. Mochten deze standpunten door de belastingrechter worden verworpen, dan komt het aan op het bepalen van de hoogte van de winst of het verlies voor het jaar 2016. Ook op dat punt kunnen meerdere standpunten worden betrokken.

Voor het bepalen van het resultaat voor het jaar 2016 is het startpunt de fiscale openingsbalans. Een belangrijk aandachtspunt is dat de waarde van de per 1 januari 2016 lopende exploitatiecontracten in de openingsbalans wordt opgenomen. Het praktisch gevolg hiervan is dat alle inkomsten die de gemeente in 2016 uit lopende contracten ontvangt, in het kader van de fiscale winstbepaling voor 2016 worden afgeboekt op deze post en in zoverre in 2016 niet tot winst leiden. Ik vermoed dat reeds om die reden het resultaat uit reclameconcessie-activiteiten in 2016 in vele gevallen klein of zelfs negatief zal zijn. Daarnaast verdient het aanbeveling goed na te denken over de vermogensbestanddelen die in de openingsbalans kunnen worden opgenomen. Als toch naar de belastingrechter wordt gegaan, ligt het voor de hand het standpunt in te nemen dat de lantaarnpalen, abri’s en andere vermogensbestanddelen die in het bezit zijn van de gemeente en die mede een functie vervullen in het kader van de reclame-exploitatie, (als keuzevermogen) in de openingsbalans verschijnen tegen de waarde in het economische verkeer. Op deze vermogensbestanddelen kan dan ten laste van de winst worden afgeschreven. Tevens zal een correctie op die afschrijvingen moeten plaatsvinden, omdat de vermogensbestanddelen ook buiten de sfeer van de onderneming worden gebruikt.

Het is derhalve belangrijk op systematische wijze te werk te gaan bij het uitprocederen van deze kwestie. Dat uitprocederen begint in wezen in bezwaar. Indien al een bezwaarschrift is ingediend tegen de aanslag vennootschapsbelasting 2016, is het verstandig te onderzoeken of de gemeente haar standpunten verder kan verfijnen en aanscherpen. Voor ogen moet worden gehouden dat het verstandig is – als eenmaal de beslissing is genomen te gaan procederen – alles uit de kast te halen om duidelijkheid te verkrijgen over de diverse discussiepunten en om de belastingdruk zoveel mogelijk te beperken.

Deze tekst kunt u hier downloaden. klik hier

Dit bericht is opgesteld door de redactie van Taxnavigator/eindredactie mr. dr. J.J.P. (Joep) Swinkels. Voor meer informatie: info@taxnavigator.nl. © Copyright Taxnavigator/Nestor Business Media BV/Nestor Media Groep. Ter zake van onze fiscale dienstverlening en berichtgeving gelden algemene voorwaarden en hetgeen wordt vermeld in de colofon.