Nieuws
Sport: Verklaring huurprijs vastgoed
Een aantal exploitanten van sportaccommodaties verzoekt gemeenten om te verklaren dat bij verhuur van vastgoed aan de exploitant van de gemeentelijke sportaccommodatie(s) door de gemeente minimaal de 'integrale kosten' in rekening worden gebracht. Moet de gemeente een dergelijke verklaring afgeven?
Uitbreiding btw-sportvrijstelling
Met ingang van 1 januari 2019 is de btw-sportvrijstelling uitgebreid. Een ieder die zonder winstoogmerk sportaccommodaties exploiteert wordt vrijgesteld van de heffing van btw. Dat betekent geen btw factureren maar ook geen aftrek c.q. teruggaaf van btw op de kosten. Per saldo ontstaat een financieel nadeel. Het voldoen van 9% btw en het in aftrek nemen van btw op kosten is vanuit financieel perspectief voordeliger. Het bedrag aan btw dat moet worden voldaan aan de Belastingdienst is vaak geringer dan het bedrag aan btw op kosten dat wordt ontvangen van de Belastingdienst. Per saldo ontstaat een recht op teruggaaf van btw. Met ingang van 1 januari is dit fiscaal voordeel voor gemeenten en niet commerciële exploitanten vervallen. Ter compensatie wordt subsidie verstrekt via SPUK en BOSA. De subsidieregelingen lijken niet alle btw-schade weg te nemen bij gemeenten en niet-commerciële exploitanten van sportaccommodaties.
Winstoogmerk
Als een sportaccommodatie met een winstoogmerk wordt geëxploiteerd dan is de dienstverlening belast met 9% btw en de btw op de kosten kan de exploitant in aftrek nemen op de btw-aangifte.
Een winstoogmerk in de zin van de btw is aan veel voorwaarden gekoppeld. Het is de vraag of de Nederlandse btw-regelgeving inzake sport aansluit bij de Europese btw-regelgeving. Heeft de Nederlandse wetgever niet teveel eisen gesteld aan het winstoogmerk? Van een winstoogmerk in de zin van de btw is pas sprake als overschotten worden behaald die worden uitgekeerd aan aandeelhouders en/of leden. Deze overschotten mogen niet zijn ontstaan door ontvangen subsidies, doordat een te hoge vergoeding voor dienstverlening wordt betaald of doordat niet de integrale kosten worden berekend als door de gemeente een sportcomplex aan de exploitant ter beschikking wordt gesteld c.q. wordt verhuurd.
Thans loopt een zaak bij het Hof van Justitie waarin de Duitse belastingrechter préjudiciële vragen heeft gesteld over het begrip ‘winstbeogend’ c.q. ‘winstoogmerk’ in de zin van de btw. De zaak is geregistreerd onder nummer C-488/18 (C-488/18 (Golfclub Schloss Igling). Voor downloaden samenvatting van het verzoek om en prejudiciële beslissing: klik hier
Verklaring
Veel exploitanten van sportaccommodaties willen de sportaccommodaties belast met btw blijven exploiteren. De subsidieregeling BOSA compenseert hen onvoldoende. Commerciële exploitanten verzoeken gemeenten om te verklaren dat de huur minimaal de integrale kosten omvat als door de gemeente vastgoed ter beschikking wordt gesteld aan de commerciële exploitant.
Volgens Taxnavigator moeten gemeenten voorzichtig zijn bij het afgeven van dergelijke verklaringen. Een verklaring geven kan leiden tot aansprakelijkheid van de gemeente als de verklaring om de een of andere reden onjuist is. De gemeente en/of de stichting kunnen een benadering geven. Het is natuurlijk toch een vreemde situatie dat de gemeente over de kostprijs van een product een verklaring moet geven aan een opdrachtnemer c.q. het bedrijf dat in opdracht van de gemeente sportaccommodaties exploiteert.
Dit bericht is opgesteld door de redactie van Taxnavigator/eindredactie mr. dr. J.J.P.(Joep) Swinkels. Voor meer informatie: info@taxnavigator.nl © Copyright Taxnavigator/Nestor Business Media BV/Nestor Media Groep. Ter zake van onze fiscale dienstverlening en berichtgeving gelden algemene voorwaarden en hetgeen wordt vermeld in de colofon.
Deel dit bericht:
Inloggen
Wilt u meer informatie over de kennisbank? Mail dan naar: info@taxnavigator.nl.
Inschrijven nieuwsbrief
Schrijf u in voor de nieuwsbrief