Nieuws

Stavaza: Sportdossier en btw

Geplaatst: 08 december 2018
Kenmerk: 2018.04904

Stavaza: Sportdossier en btw

Het sportdossier is voor veel gemeenten een lastig dossier. Bijgaand een update.

Op 12 december 2018 en 16 januari 2019 verzorgt Joep Swinkels de cursus btw en sport(structuren).

  • Voor meer informatie over de cursus d.d. 12 december 2018. Voor meer informatie: klik hier
  • Voor meer informatie over de cursus d.d. 16 januari 2019: klik hier

1. Tarieven

Het geven van gelegenheid tot sport zonder winstoogmerk wordt vrijgesteld van de heffing van btw. De diensten van gemeenten inzake sport worden niet meer belast met btw. De sportverenigingen zijn goedkoper uit omdat zij geen 6% btw meer behoeven te betalen. Gemeenten hebben geen recht meer op teruggaaf van btw op de kosten die kunnen worden toegerekend aan het geven van gelegenheid tot sportbeoefening. Gemeenten krijgen de kosten van btw gesubsidieerd via SPUK. Naar verwachting dekt SPUK niet alle kosten van btw bij gemeenten. Veel gemeenten willen de tarieven verhogen met 6% btw en een voorziening/reserve/egalisatie voorziening sport vormen. Het sporten wordt voor de sportvereniging per saldo niet duurder bij een tariefverhoging van 6%. Immers in het verleden betaalde men 6% btw die een kostenpost vormde. Bij veel gemeenten bestaat de vraag hoe deze tariefstijging moet worden gerealiseerd. Moet het college een besluit nemen of kan het afdelingshoofd het tarief vaststellen? Wat is er in het mandaatregister bepaald?

Een aantal gemeenten heeft het advies van Taxnavigator opgevolgd en vorig jaar achter de tarieven vermeld: "Inclusief eventueel verschuldigde btw". Zij hoeven niets te doen.

2. Bericht Optisport/Sportfondsen

Sportfondsen en Optisport nemen het standpunt in dat zij winstbeogend zijn en niet worden geraakt door de uitbreiding van de btw-sportvrijstelling.

Bericht Optisport: De Tweede Kamer heeft het belastingplan 2019 aangenomen en daarmee is ook de wijziging in de sportvrijstelling een feit, er van uitgaande dat ook de Eerste Kamer op 18 december de wetswijziging bekrachtigd. De wijzigingen in de sportvrijstelling zijn van toepassing op instellingen die geen winst beogen en met name bedoeld om het misbruik ten aanzien van BTW door middel van “kunstmatige situaties” te bestrijden. De staatssecretaris heeft bevestigd dat de bepalingen niet gericht zijn op anderen.

Het verkrijgen van een overschot op de exploitatierekening doordat gemeenten subsidies verstrekken of een huur in rekening brengen die lager is dan de integrale kostprijs, wordt niet gezien als een bevestiging van het winst beogen. Commerciële exploitanten stellen zich op het standpunt dat de van gemeenten ontvangen bedragen een vergoeding betreffen voor de aan haar verrichtte diensten en gaan er van uit dat de huur welke door de gemeenten is bedongen, minimaal de integrale kostprijs omvat. Exploitanten hebben daar overigens geen inzicht in.

Optisport stelt zich derhalve op het standpunt dat zij winst beogend is en de sportvrijstelling derhalve niet op haar van toepassing is. Optisport en de andere commerciële exploitanten zullen nu hun stellingname aan de inspecteur der belastingen voorleggen en vragen om een bevestiging er van.

Inspecteurs zullen de wet moeten interpreteren en daarop beleid gaan formuleren. Daartoe vindt overleg plaats in kennisgroepen binnen de belastingdienst. De stellingnames van de commerciële exploitanten zullen daarbij worden meegenomen. Naar verwachting zal eerst in de loop van 2019 de belastingdienst een standpunt hebben ingenomen ten aanzien van dit onderwerp. Tot die tijd zal Optisport de gebruikelijke handelswijze ongewijzigd voortzetten. Het is o.i. opportuun om op een mogelijke andere situatie vooruit te lopen.

Bericht Sportfondsen: Sportfondsen zal naar verwachting als winst beogende organisatie btw-belast blijven exploiteren. Dit geldt zowel voor de risicodragende als voor de risicovrije exploitaties. De Belastingdienst zal dit naar wij verwachten binnenkort aan ons bevestigen.

Voor downloaden standpunt Sportfondsen: klik hier

3. Overgangsregeling Sport

In de Eerste Kamer is bij de parlementaire behandeling van het Belastingplan 2019 een toelichting gegeven op de overgangsregeling en de koop/aannemingsovereenkomst.

De leden van de fracties van het CDA en de VVD zouden graag een nadere toelichting ontvangen op het begrip koop-/aannemingsovereenkomst ter zake van een sportaccommodatie zoals bedoeld in het overgangsrecht bij de aanpassing van de btw-sportvrijstelling. Een koop-/aannemingsovereenkomst in het kader van de overgangsregeling van de sportvrijstelling is een verzamelbegrip waarbij de koop van een onroerende zaak en de daarbij behorende aannemingsovereenkomst in een overeenkomst wordt geregeld. De koopovereenkomst bestaat uit de koop van grond of een bestaand gebouw. De aannemingsovereenkomst heeft betrekking op de verbouwing van het gekochte bestaande gebouw tot een sportaccommodatie of de bouw van een nieuwe sportaccommodatie op de gekochte grond. Het begrip koop-/aannemingsovereenkomst in het kader van de overgangsregeling van de sportvrijstelling ziet daarnaast ook op aannemingsovereenkomsten voor de (ver)bouw van een sportaccommodatie op grond die al in eigendom is van de opdrachtgever.

Bron: bijlage-1.-memorie-van-antwoord-pakket-belastingplan-2019 Eerste Kamer: klik hier

Dit bericht is opgesteld door de redactie van Taxnavigator/eindredactie mr. dr. J.J.P.(Joep) Swinkels. Voor meer informatie: info@taxnavigator.nl © Copyright Taxnavigator/Nestor Business Media BV/Nestor Media Groep. Ter zake van onze fiscale dienstverlening en berichtgeving gelden algemene voorwaarden en hetgeen wordt vermeld in de colofon.