Nieuws
Herzieningsregels-btw: Aanvullende teruggaaf?
Op 19 april 2018 is de conclusie van advocaat-generaal Kokott in zaak C-140/17 (Gmina Ryjewo) gepubliceerd. De zaak is voor gemeenten van groot belang. De zaak betreft de vraag of de btw-herzieningsregels alleen maar gelden voor zover een onroerende zaak als btw-ondernemer in gebruik is genomen. Volgens de Nederlandse Belastingdienst is dat wel het geval. Volgens advocaat-generaal Kokott is dat niet het geval. Bijgaand een toelichting op dit ingewikkelde vraagstuk.
1. Feiten
De Poolse gemeente Ryjewo (hierna ook: de gemeente) heeft een dorpshuis laten bouwen en dit dorpshuis voor overheidsactiviteiten in gebruik genomen. De gemeente heeft btw-aangifte gedaan maar geen btw op de kosten in aftrek genomen. Het dorpshuis werd door gemeente immers niet voor met btw belaste handelingen gebruikt. Het dorpshuis is ook niet tot ondernemersactiviteit van de gemeente bestemd. Vier jaar na afronding van de bouw van het dorpshuis werd het gebruik van het dorpshuis gewijzigd. Het dorpshuis werd ook gebruikt voor met btw belaste handelingen zoals de met btw belaste verhuur van gedeelten van het dorpshuis. De gemeente claimde op grond van de btw-herzieningsregels aanvullende teruggaaf van btw. De Poolse Belastingdienst en de Minister van Financiën nemen het standpunt in dat geen recht op een aanvullende teruggaaf van btw bestaat. Het dorpshuis is namelijk niet als btw-ondernemer in gebruik genomen.
2. Conclusie advocaat-generaal Kokott
De advocaat-generaal concludeert dat de gemeente op basis van het beginsel van belastingneutraliteit en de tekst van de btw-richtlijn recht op een aanvullende teruggaaf van btw heeft. Het recht op een aanvullende teruggaaf van btw via de btw-herzieningsregels draagt er toe bij dat belastingplichtigen op een zelfde fiscale wijze worden behandeld. De gemeente die het dorpshuis vanaf de eerste ingebruikneming direct heeft gebruikt voor btw belaste activiteiten wordt fiscaaltechnisch op een zelfde wijze behandeld als de gemeente dit later start met economische activiteiten en het dorpshuis eerst voor andere niet btw-ondernemerswerkzaamheden gebruikt.
Voor downloaden: klik hier
3. Gemeentelijke praktijk
In zijn uitspraak van 15 augustus 2017, nr. 16/01149, heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden een uitspraak gedaan over bewegingsonderwijs en de toepassing van de btw-herzieningsregels. Volgens het Gerechtshof leidt de toename van met btw belaste dienstverlening inzake het geven van gelegenheid tot sportbeoefening niet tot een aanvullende teruggaaf van btw op de bouwkosten van gymnastieklokalen.
De uitspraak van het Gerechtshof geeft aan dat bij ingebruikneming van een nieuw gymnastieklokaal nauwgezet naar het gebruik moet worden gekeken. Wordt het gymnastieklokaal het eerste jaar volledig gebruikt door scholen die primair onderwijs verzorgen en het jaar daarop volledig gebruikt door sportverenigingen dan is alle btw verloren. Dit omdat het gymnastieklokaal niet voor btw-ondernemersactiviteiten in gebruik is genomen. Wordt het gymnastieklokaal het eerste jaar voor 50% in gebruik genomen door sportverenigingen en voor 50% door scholen die primair onderwijs verzorgen dan is 50% van de btw op de bouwkosten verloren.
Als het Hof van Justitie de conclusie van advocaat-generaal Kokott volgt dan is de hiervoor beschreven ongewenste btw-last verdwenen. Afhankelijk van de individuele situatie kunnen gemeenten mogelijk nog een belastingvoordeel genieten. Zoals wij hebben begrepen heeft de gemeente XX tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem/Leeuwarden van 15 augustus 2017, nr. 16/01149 beroep in cassatie ingesteld.
Dit bericht is opgesteld door de redactie van Taxnavigator/eindredactie mr. dr. J.J.P.(Joep) Swinkels
© Copyright Taxnavigator/Nestor Business Media BV. Ter zake van onze fiscale dienstverlening en berichtgeving gelden algemene voorwaarden en hetgeen wordt vermeld in de colofon.
Deel dit bericht:
Inloggen
Wilt u meer informatie over de kennisbank? Mail dan naar: info@taxnavigator.nl.
Inschrijven nieuwsbrief
Schrijf u in voor de nieuwsbrief